Peter de Liefde
KLEINKUNSTENSEMBLE
Mijn kleinkunstensemble zorgt één keer per maand voor de muzikale omlijsting van het tv-programma Volgspot Drechtstreek dat informatie geeft over alle theateractiviteiten in de regio. Naast mijzelf bestaat de groep uit toetsenist Rein Top en gitarist Leo Baas.
Op RTV Papendrecht presenteer ik iedere donderdagavond om 19:00 het radioprogramma Mens Durf te Leven! met een uur lang oud en nieuw kleinkunstwerk van bekende en minder bekende artiesten.
BALLADE VAN DE ZANGERS DIE NIET MEER BESTAAN
Van zangers die goed kunnen zingen
overlijden er een paar,
soms doordat ze zich verhingen,
of van ’t Hilton af te springen,
meestal om de zoveel jaar.
En elke keer laat ik een traan
die ik niet kan bedwingen
om zangers die niet meer bestaan.
Zelf kan ik niet heel goed zingen
en niemand kent mijn repertoire.
‘k Hoor bij de beginnelingen
dus om Shaffy’s of om BB-Kingen
jank ik graag een mère à boire
als die ineens zijn heengegaan.
Ik kan mijn treurnis niet verdringen
om zangers die niet meer bestaan
Maar toen Prince, Cohen en Bowie gingen,
alle drie in ’t zelfde jaar,
zat Ík ineens te handenwringen
want die bleken stervelingen
zo verdomd kort na elkaar
da’k dacht als dit zo door blijft gaan
kan ik straks het beste zingen
van alle zangers die bestaan.
LIEFDESLIEDJE
Als we later oud zijn,
ik slechthorend, jij ter been
en we willen nog een rondje om het plein
maar we mogen er maar één
doen we dat natuurlijk toch omdat de
oproep voor ‘t bejaardenrijexamen
ronduit ongepast was en gemeen
en die dus bij het oud papier verdween.
Trots dansen we dan samen
een walsje of een cha-cha-chatje .
Als we later oud zijn
met een gal of and’re steen
en we willen nog een toastje met tonijn
maar we mogen er maar één
doen we dat natuurlijk toch omdat we
die ochtend alle drie de ramen
met een emmer en een sponsje en een zeem
gelapt hebben, alleen.
Trots eten we dan samen,
jij een kroket, ik een patatje.
Als we later oud zijn,
ik een stoma , jij een drain
en wij willen graag twee glaasjes wijn
maar we mogen er maar één
doen we dat natuurlijk toch omdat we
die ochtend alle twee onze cyclamen
met wat water met wat pokon er doorheen
besprenkelden, alleen.
Trots drinken we dan samen,
jij een fles en ik een kratje.
Als we later oud zijn,
ik verward, jij verder heen
en we willen iets tegen de pijn
maar we mogen er maar één
doen we dat dan lekker toch omdat we
die avond de kinderen, hun namen,
niet meer wisten en we voelen ons alleen
en jij hebt nog een fles je met arseen.
Trots slikken we dan samen,
jij geen tut, en ik geen watje.